Het kabinet wil investeren door ondernemingen sterker stimuleren. Hiervoor zal in 2023 de mogelijkheid worden ingevoerd om versneld af te schrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen. Hoe werkt dit precies? Kunt u hierop anticiperen?
Investeringsregelingen. Als uw bedrijf investeert in een bedrijfsmiddel, dan zijn er diverse fiscale regelingen waarvan geprofiteerd kan worden. Denk hierbij ook de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Energie-investeringsaftrek (EIA). Maar ook versneld afschrijven via de zogeheten ‘Vamil-regeling’ kan interessant zijn.
Versneld afschrijven. Behoudens de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) wordt aan de overige regelingen de voorwaarde gesteld dat uw investering milieu- of energievriendelijk moet zijn. Tip. Om ook reguliere investeringen te stimuleren, heeft het kabinet besloten dat het in 2023 mogelijk is om op alle investeringen versneld af te schrijven.
Op basis van de nieuwe regeling is er in 2023 een versnelde afschrijving tot maximaal 50% van het investeringsbedrag mogelijk. Het overige deel van de aanschafkosten moet regulier worden afgeschreven. Het totaal aan afschrijvingen verandert dus niet, deze worden alleen deels naar voren gehaald. Tip. Door de afschrijving van 50% meteen in 2023 te doen, verlaagt u uw winst en betaalt u over 2023 minder belasting. Deze verschuift naar de volgende jaren. In deze jaren kunt u immers minder afschrijvingskosten aftrekken.
Voorwaarden. Uw investering moet:
- plaatsvinden in 2023;
- een nieuw bedrijfsmiddel betreffen. Het mogen geen tweedehands bedrijfsmiddelen zijn.
Moment van investeren. Het moment van investeren wordt bepaald door het moment waarop u zich juridisch verbindt tot de investering. Denk hierbij aan het ondertekenen van het koopcontract of de opdrachtbevestiging. De daadwerkelijke levering of de betaling kunnen een tijd later plaatsvinden. Let op. U moet het bedrijfsmiddel voor 1 januari 2026 in gebruik nemen.
Uitgesloten bedrijfsmiddelen. Een aantal bedrijfsmiddelen is uitgesloten van de willekeurige afschrijving. Het gaat dan om investeringen in:
- vliegtuigen;
- gebouwen;
- (woon)schepen;
- vervoermiddelen: bromfietsen, motoren, personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer over de weg (tenzij elektrische personenauto’s);
- immateriële activa, zoals quota, goodwill, vermogensrechten, etc.;
- dieren;
- bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor verhuur aan derden. Dit kan ook tussen BV’s in een holdingstructuur zijn als er geen fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is;
- bedrijfsmiddelen die om een andere reden al willekeurig afschrijfbaar zijn.
Voorbeeld.Stel, uw bedrijf investeert begin 2023 € 85.000 in een nieuwe bedrijfsauto. De restwaarde is € 10.000. Afschrijving vindt normaliter plaats in vijf jaar wat neerkomt op € 15.000 per jaar. Het versneld afschrijven betekent dat er in 2023 ineens € 37.500 extra mag worden afgeschreven. In totaal mag u dan in 2023 € 52.500 afschrijven.Als u in 2023 investeert in een nieuw bedrijfsmiddel, kunt u eenmalig tot 50% van het investeringsbedrag willekeurig afschrijven. U zou kunnen overwegen om de geplande investeringen in 2024 een jaar te vervroegen. Bij grotere bedragen kunt u om aanpassing van de voorlopige aanslag 2023 vragen.